Een tijdje geleden las ik het verhaal over de storm op het meer. De discipelen van Jezus moesten ‘s avonds met hun boot alvast naar de overkant van het meer varen en komen dan in een storm. Ze komen amper vooruit en in de nacht als het stormt komt de Here Jezus bij hun voorbij, lopend over het water.
De discipelen denken eerst dat het een spook is die over het water loopt maar dan herkennen ze de Here Jezus. Petrus roept naar de Here Jezus of Hij hem naar zich toe wil roepen en als Jezus dat doet stapt Petrus overboord op het water.
Waar vaak onze aandacht naar uitgaat is de storm waar de discipelen in verkeren. Maar is dat wel waar het verhaal over gaat?
Stel dat het mooi weer was geweest en de discipelen waren vrolijk omdat het zulk mooi weer was.
Stel dat de Here Jezus op dat moment voorbij zou komen. Wat zou er gebeuren? Zou Petrus dan ook zo overboord gestapt zijn?
Als ik naar mezelf kijk dan zou ik op dat moment tijd hebben gehad om te redeneren dat iemand niet over water kan lopen en dat wat ik zag dus al niet zou kloppen. Ten tweede zou ik, als de Here Jezus mij zou uitnodigen, denken dat een mens nog nooit over water gelopen heeft en dat als ik een voet buiten de boot zou zetten ik door het wateroppervlak zou zakken en zou zinken. Kortom, doordat er te veel tijd is om na te denken kom ik niet tot een geloofsdaad.
Is het wellicht daarom zo dat de wonderen in ons leven vaak gebeuren in een tijd waarin we het moeilijk hebben en we geen tijd hebben om na te denken. Vaak staat ons denken in de weg van ons geloof. Misschien moeten we op deze wijze kijken naar de omstandigheden waar we in zitten en bedenken dat als er moeilijkheden zijn dit gelegenheid geeft om wonderen te laten gebeuren zonder dat we met ons eigen denken de wonderen in de weg zitten.